Laugarvatn.
Het zit er bijna op hier. Over een paar dagen vertrek ik naar Reykjavík.
Dit weekend was er bezoek dat gezelligheid meebracht en kinderen en knapperige sla. Alda en Kristveig, die de boerderij hebben omgebouwd tot een prachtige plek voor schrijvers en kunstenaars, kwamen langs. En ze namen hun mannen mee en een paar kinderen en ik overdrijf niet als ik zeg dat het huis vol bijzonder aangenaam gezelschap was.
De afgelopen twee weken waren er maar weinig momenten waarop ik naar buiten ging. Storm, regen en sneeuw wisselden elkaar af. En ook nu gaat het flink tekeer.
In Reykjavík zal ik vrienden en bekenden ontmoeten, maar eerst staat er vrijdag een Þorrablót op het programma.
Een tijdje geleden werd ik geïnterviewd voor Morgunblaðið en ik vertelde dat ik graag naar een Þorrablót wilde. Naar aanleiding van het interview werd ik uitgenodigd voor een Þorrablót in Reykjavík, georganiseerd voor en door mensen uit de Westfjorden, als ik het goed begrepen heb.
Thuis ben ik vegetariër. Voor vijfennegentig procent. Ik ben er niet helemaal van overtuigd dat het goed is om altijd vegetarisch te eten. Drink je melk, dan begint het gelazer al, want voor melk heb je koeien nodig en die koeien worden ook geslacht. Als je eerlijk bent eet je af en toe koe (maar niet uit de bio-industrie) of je drinkt geen melk. En hoe zit het met al die in elkaar geknutselde vleesvervangers? Hier op IJsland moet zoiets worden ingevlogen en ook veel groente komt van elders. De schapen lopen de hele zomer vrij rond. Wat is dan de beste keus?
Een Þorrablót is een midwinterfeest dat teruggrijpt op de Vikingtijd. Drank, traditioneel eten - en vrijdag zal er na afloop een rock band uit de Westfjorden spelen. Het belooft dus ruig te worden.
Traditioneel eten is zo gek nog niet, als je het beste voorhebt met het milieu. Vroeger was je zo halverwege de winter aangewezen op gerookt, gezouten of in zuur ingelegd voedsel. De laatste stukjes van het schaap: koppen, ramsballen, bloedworst en magen gevuld met orgaanvlees. En dan was er nog gedroogde of gefermenteerde vis. Niets werd verspild.
De vegetariër in mij maakt plaats voor de onderzoeker, de reiziger met een open blik. Ik ga alles proberen. Bijna alles, want er zijn grenzen.